Onze kinderen zijn de échte opvoedhelden

In de Week van de Opvoeding (7-13 oktober) zetten we de opvoedhelden in het zonnetje: mede opvoeders die een belangrijke rol spelen voor een kind, een jongere of een ouder. Bij Gezinshuis Le MaMa zijn de biologische kinderen van gezinshuisouders Robert en Mieke Voorwinden de échte opvoedhelden: ‘Zij hebben invloed, want kinderen nemen nou eenmaal meer aan van leeftijdsgenoten dan van ouders.’
Gezinshuis Le MaMa (vernoemd naar de drie biologische kinderen van Robert en Mieke) is het thuis voor de drie biologische en de drie pleegkinderen van Robert en Mieke. Zes jaar geleden startten zij het gezinshuis na acht jaar pleegzorg in hun eigen huis. ‘We hadden het verlangen om meer kinderen op te vangen’, vertelt Robert. ‘Maar ons eigen huis was te klein. Een gezinshuis starten, waarbij je direct de mogelijkheid hebt om groter te wonen, was een mooie vervolgstap.’ Inmiddels hebben Robert en Mieke hun werkzaamheden uitgebreid met het zogenaamde Le MaMa fasehuis in de ‘achtertuin’: een huis waarin drie jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar met begeleiding van Robert en Mieke zelfstandig kunnen wonen.
Sport
‘Opvoeden is een complete sport’, schertst Mieke lachend. ‘De kinderen die bij ons komen wonen, zijn als het ware lid van twee families. Dat van ons maar ze hebben natuurlijk ook hun eigen familie, hun eigen roots. Daar moeten we als gezinshuis mee om kunnen gaan. De basis die ze zelf vanuit hun eigen situatie meenemen, daar moeten wij verder op bouwen. Dat kost tijd, en vraagt om geduld en vertrouwen.’
‘Onze biologische kinderen zijn hierin een goede aanvulling’, vertelt Robert. ‘Zij zijn de beste hulpverleners. Zij zijn veel directer en kunnen sneller duidelijk maken waar het op staat. Naar hen wordt ook beter geluisterd. Net zoals alle ouders, zijn wij soms de zeurpieten. Ze zijn dus van onschatbare waarde voor het gezinshuis. Het zal vreemd zijn als ze straks uitvliegen. Maar ze nemen wat ze hier hebben geleerd mee want ze willen alle drie in de hulpverlening: bij de politie en de ambulance. Het zit dus wel in de genen.’
Ondersteuning
Robert en Mieke worden in hun dagelijks werk als gezinshuisouders ondersteund door Profila Zorggroep. Gedragskundige Lisa is hun steun en toeverlaat in het samen opvoeden van de pleegkinderen. Mieke: ‘Lisa komt elke maand hier thuis maar we spreken elkaar eigenlijk wekelijks. We bespreken alle kinderen en zij is ook aanwezig bij de gesprekken en evaluaties met de andere betrokkenen zoals biologische ouders, de voogd en andere hulpverleners.'
'Het mooie van Profila Zorggroep is dat zij niet alleen oog hebben voor ons en de pleegkinderen maar ook voor onze biologische kinderen. Want voor hen is het ook voortdurend aanpassen aan de dynamiek in het gezinshuis en moeten zij de aandacht van hun ouders delen met de pleegkinderen. Maar gelukkig staan ook zij achter ons motto: ‘Het is beter te geven dan te ontvangen’, en ze doen dat hartstikke goed. Ze krijgen er bijzondere levenslessen voor terug waar ze hun hele leven profijt van kunnen hebben. En dat is ook wat waard.’
Voldoening
Robert en Mieke ervaren veel voldoening in hun werk. Omdat zij langdurige plaatsingen hebben, kunnen zij op een rustig tempo investeren in de kinderen maar ook in de biologische ouders van de kinderen. Mieke: ‘Wij vervangen niet de rol van de ouders, wij staan naast de ouders. Wij zijn niet hun rivalen maar helpen hen juist om hun kinderen te laten opgroeien in een stabiele omgeving. We betrekken de ouders hier zoveel mogelijk bij. Laatst heeft een van de ouders bij ons thuis een fantastische Turkse maaltijd voor ons gekookt. Zo proberen wij het samen op te pakken.’
‘De voldoening zit in het begeleiden van kinderen die uit een uitzichtloze situatie komen naar een toekomst met perspectief: een stabiele omgeving, een opleiding, een baan, een goede plek in de maatschappij’, vult Robert aan. ‘Het is een extraatje dat we hen ook de liefde van Jezus mee mogen geven. Dat we de kinderen over Hem kunnen vertellen. Van ons nemen ze op een gegeven moment afscheid maar de Heer gaat mee. Wij mogen zaaien en we zien gelukkig dat het echt wel beklijft bij de kinderen. Elke dag brengen we de kinderen in gebed bij de Heer. Ook de kinderen die inmiddels uit huis zijn. De lijst wordt steeds langer, maar het geeft ons rust. Zonder Hem kunnen wij dit mooie werk niet doen.’