Overslaan en naar de inhoud gaan

Van cliënt naar ervaringsdeskundige

Nog niet zo lang geleden werd Cornelia (60) vanwege haar verzameldrang zelf geholpen door medewerkers van het Hoarding Team. Inmiddels heeft ze dat traject achter zich gelaten en zet ze haar kennis in als ervaringsdeskundige bij Profila Zorggroep: ‘Ik ben blij dat ik cliënten mag laten zien dat het mogelijk is om uit deze problematiek te komen.’

Waarom speelde hoarding een rol in jouw leven? 
Cornelia: ‘Ik was erg gehecht aan mijn vader en toen hij overleed bewaarde ik alles waaraan ik een dierbare herinnering had: een papiertje met zijn handtekening of zijn fiets, ook al had ik al twee fietsen. Ook markten en kringloopwinkels vind ik erg leuk. Ik werkte als kleuterjuf en ik word er blij van als ik knutselmaterialen kan hergebruiken dus overal zie ik wat in. Thuis timmerden we een plankje boven een plankje om nog meer kwijt te kunnen. Het liep uit de hand. Mijn man hield van opruimen, waardoor mijn verzamelwoede enigszins in bedwang werd gehouden. Toen hij 10 jaar geleden overleed, ging de rem eraf.’

Hoe kwam je in aanraking met Profila Zorggroep?
‘Verschillende vriendinnen wilden mij helpen, maar ze zeiden: ‘Het is dweilen met de kraan open. Als we hier een hoekje opruimen, is het over vier weken weer gevuld.’ Een vriendin tipte mij de hulp van Profila Zorggroep, destijds EBC. Ik heb hun folder een paar keer doorgelezen en dacht: het is nu of nooit. Na de intake kreeg ik hulp van een psycholoog, opruimcoach en maatschappelijk werker.’

Hoe verliep het traject?
‘Ik leerde vooral hoe kwetsbaar ik was. Een doos openen is moeilijk want je moet er wat mee. Tijdens het opruimen hebben we veel gepraat. De ballast van de spullen vond ik eigenlijk heel erg. Tegelijkertijd kon ik niet met de ballast en ook niet zonder. Want zonder betekent: afstand nemen van. Loslaten is zo moeilijk! Door de hoeveelheid spullen wist ik niet meer wat ik had. We sorteerden de spullen op: dat kan weg, dat moet blijven en twijfel. In het begin moest alles blijven, maar later maakte ik grotere stappen en kwam er overzicht.’

Hoe gaat het nu met je?
‘Ik heb leren leven. Ik zie nu dat leven belangrijk is en niet al mijn spullen. Ik heb ook geleerd dat ik niet mijn probleem ben, ik ben niet hoarding; ik ben Cornelia en God houdt van mij. Ik weet dat ik geen controle heb over de vele mensen die ik verloren ben in mijn leven, maar ik heb wel controle over de spullen in mijn huis. Vroeger konden mensen altijd iets van mij lenen, nu moet ik vaker ‘nee’ verkopen. Als ik naar de kringloop ga, bedenk ik eerst of ik er wel echt iets mee kan. Bij twijfel laat ik het staan.’

Hoe ging je van cliënt naar werknemer?
‘Samen met Klazien (maatschappelijk werker PZG, red.) vertelde ik een groep professionals hoe ik nu met mijn hoarding probleem omga. Het was een obsessie en ik dacht er dag en nacht aan. Het is nu als een tas die ik wel kan dragen en soms even rustig wegzet. Dat geeft mij de ruimte om te leven. Ik had dat uitgebeeld op papier; je zag hoe ik me eerst naar beneden gedrukt voelde, in het donker, zonder zicht op wie ik was en wat ik moest doen. Als dit het leven was, hoefde het niet meer voor mij. Daarna zag je steeds meer lichte plekken in beeld komen, minder dozen en meer rust in mijn ogen. Aan het einde van het verhaal zijn er nog wel spullen, maar ben ik er de baas over. Dit beeldverhaal maakte veel indruk op de aanwezigen. Later werd ik gevraagd om mijn kennis in te zetten bij Profila Zorggroep.’

beeld 1 'In het beeldverhaal zie je hoe ik mij naar beneden gedrukt voelde. In het donker en geen zicht op wie ik was.'
'Op het laatste beeld zie je nog wel spullen, maar ik ben er de baas over. Ook is er meer licht in mijn leven.' beeld 2

Je werkt nu als ervaringsdeskundige, hoe is dat?
‘Als je iets met veel passie en plezier doet, is je leven zo zinvol en concreet. Het gevoel dat ik er mag zijn en iets zinvols kan bijdragen geeft me een boost. Ik vind het mooi om aan cliënten te laten zien dat er mogelijkheden zijn om uit deze problematiek te komen. En eigenlijk ben ik wel een beetje trots op mezelf dat ik nu andere mensen mag helpen.
Ik loop mee met de begeleiders en vertel aan de cliënten: ‘Wat jij hebt, herken ik. Ook allerlei vluchtroutes herken ik als geen ander, maar ik heb zelf ervaren hoe gaaf het is dat er hulpverleners zijn die je met liefde, respect en geduld kunnen begeleiden zodat je weer zin krijgt in het leven.’